In het najaar van 2017 verscheen bij W∞lf (Gent) in de reeks Experimentele literatuur in Vlaanderen onder de titel Voor onpersoonlijk gebruik het gebundelde dichtwerk van Gust Gils uit de jaren 1965-1969. Na Het stof van eeuwen vormt dit het sluitstuk van een tweedelig editieproject door Els van Damme en Yves T’Sjoen.
Categorie: poëzie
AL DIE TIJD VERMIST
11 november 2016: Gust Gils is veertien jaar dood. Tenzij hij daar intussen anders heeft over beslist, ligt Gust nog steeds begraven onder een sobere steen in rij 7 van perk R op het Schoonselhof te Wilrijk. Zijn grafschrift is van eigen hand, geput uit de bundel Stem buiten beeld (1992), en heeft, hoe kan het ook anders, een ironische inslag.
HET STOF VAN EEUWEN
LICHT
de sterkste lichtbron
trekt wel de meeste insekten aan
maar niet de verstandigste
(uit Sneldrogende poëzie, 1978)
ZELFOPHEFFING
GEDICHT IN STEEN
AFSTOTINGSVERSCHIJNSELEN
3
niet zijn eigen leven
leeft hij maar het leven
van zijn zelfportret
(uit Zevenmaal zeven haikoes, 1975)
KWALITEITSLABEL
SPOOKPIJNEN
Eind september 2015 verscheen bij Uitgeverij Marmer (Baarn) de langverwachte bundel Spookpijnen met nagelaten poëzie van Gust Gils uit de periode 1993-1999, bezorgd door Els van Damme en Yves T’Sjoen. Op de cover een vroeg zelfportret van Gils, uit 1948.
HET BEWIJS
als god bestond,
wie anders dan ik
zou hij dan kunnen zijn?
dus ik besta niet.
(uit Een vingerknip, 1983)