In het najaar van 2017 verscheen bij W∞lf (Gent) in de reeks Experimentele literatuur in Vlaanderen onder de titel Voor onpersoonlijk gebruik het gebundelde dichtwerk van Gust Gils uit de jaren 1965-1969. Na Het stof van eeuwen vormt dit het sluitstuk van een tweedelig editieproject door Els van Damme en Yves T’Sjoen.
ZOEN VAN VLAANDEREN
“Gils schrijft een persoonlijke, functionele a-lyrische taal met surrealistische inslag. Het beeld dat hij van de wereld schetst is dat van een uiterst riskant bedrijf, een genadeloze jungle. In zijn kurkdroge stukken ontwikkelt hij een systeem van absurde redeneringen en tegendraadse bedenkingen, die formeel wel kloppen maar thematisch met cynische spot de bestaande ordening ontwrichten. Door middel van moedwillige vervorming, toevoeging en vervanging beoogt hij een taal te scheppen die tegelijk nieuw en verstaanbaar is.”
(uit de personalia-sectie van De zoen van Vlaanderen, een publicatie naar aanleiding van de gelijknamige kunstmanifestatie te Delft van 16 september tot 22 oktober 1989)
GEÏMPROVISEERDE GROTESKE
Paul Buyck publiceerde onder meer over het werk van Gust Gils in de tijdschriften Poëziekrant, Septentrion, Kreatief en Vlaanderen (zie hiervoor de catalogus). Hij was zo vriendelijk ons de licentiaatsthesis te bezorgen waarmee hij in 1985 aan de Universiteit Gent afstudeerde als Germanist. Deze heeft een relevantie voor de onlangs verschenen bundeling van het vroege dichtwerk. (naar online versie)
AL DIE TIJD VERMIST
11 november 2016: Gust Gils is veertien jaar dood. Tenzij hij daar intussen anders heeft over beslist, ligt Gust nog steeds begraven onder een sobere steen in rij 7 van perk R op het Schoonselhof te Wilrijk. Zijn grafschrift is van eigen hand, geput uit de bundel Stem buiten beeld (1992), en heeft, hoe kan het ook anders, een ironische inslag.
HET STOF VAN EEUWEN
KUBIEKE KABINETTEN
In 1992 nam Gust Gils deel aan het MUHKA-tentoonstellingsproject “Chelsy / De kubieke kabinetten”, met als curatoren Jean Dufaux en Eric Joris. Aan een zestigtal hedendaagse kunstenaars werd gevraagd zich te laten inspireren door het verhaal van de stripfiguur Chelsy. Zij kregen daartoe elk slechts een kijkdoosje van 6x6x6 = 216 kubieke centimeter toegemeten. De titel van Gils’ bijdrage: Those were the times.
LICHT
de sterkste lichtbron
trekt wel de meeste insekten aan
maar niet de verstandigste
(uit Sneldrogende poëzie, 1978)