“Gust Gils (1924-2002) en Marcel van Maele (1932-2009) waren wapenbroeders in de dichtkunst. Ze publiceerden elk tientallen bundels en behoorden ook tot de eerste generatie die daarmee de podia betrad. Daarnaast waren ze actief als beeldend kunstenaar. Van Maele trad vooral met objecten en installaties naar buiten, Gils in de eerste plaats met beeldhouwwerken en schilderijen. […] De Interactie-Academie brengt voor het eerst een tentoonstelling van deze twee kunstenaars onder één dak. Voor de werken van Marcel van Maele is dit niet de eerste expositie, voor de schilderijen van Gust Gils is dit echter de eerste keer sinds de vroege jaren vijftig.”
(uit de uitnodiging tot de vernissage van deze tentoonstelling)
GILS – VAN OSTAIJEN – GILS
Tussen 11 mei en 7 juli 2019 liep bij antiquariaat Demian in Antwerpen een expositie rond drie dagboekgeschriften uit de periode 1915-1918 van René Gils, de vader van de schrijver. Zij bevatten essentiële getuigenissen voor de biografie van Paul Van Ostaijen, waarvan Gust nota bene als één van de belangrijkste literaire erfgenamen kan gelden. Als uitloper van deze expo verschijnt Jongelingsdagboek in het najaar van 2019 bij uitgeverij Demian.
ONPERSOONLIJK GEBRUIK
In het najaar van 2017 verscheen bij W∞lf (Gent) in de reeks Experimentele literatuur in Vlaanderen onder de titel Voor onpersoonlijk gebruik het gebundelde dichtwerk van Gust Gils uit de jaren 1965-1969. Na Het stof van eeuwen vormt dit het sluitstuk van een tweedelig editieproject door Els van Damme en Yves T’Sjoen.
ZOEN VAN VLAANDEREN
“Gils schrijft een persoonlijke, functionele a-lyrische taal met surrealistische inslag. Het beeld dat hij van de wereld schetst is dat van een uiterst riskant bedrijf, een genadeloze jungle. In zijn kurkdroge stukken ontwikkelt hij een systeem van absurde redeneringen en tegendraadse bedenkingen, die formeel wel kloppen maar thematisch met cynische spot de bestaande ordening ontwrichten. Door middel van moedwillige vervorming, toevoeging en vervanging beoogt hij een taal te scheppen die tegelijk nieuw en verstaanbaar is.”
(uit de personalia-sectie van De zoen van Vlaanderen, een publicatie naar aanleiding van de gelijknamige kunstmanifestatie te Delft van 16 september tot 22 oktober 1989)
GEÏMPROVISEERDE GROTESKE
Paul Buyck publiceerde onder meer over het werk van Gust Gils in de tijdschriften Poëziekrant, Septentrion, Kreatief en Vlaanderen (zie hiervoor de catalogus). Hij was zo vriendelijk ons de licentiaatsthesis te bezorgen waarmee hij in 1985 aan de Universiteit Gent afstudeerde als Germanist. Deze heeft een relevantie voor de onlangs verschenen bundeling van het vroege dichtwerk. (naar online versie)
AL DIE TIJD VERMIST
11 november 2016: Gust Gils is veertien jaar dood. Tenzij hij daar intussen anders heeft over beslist, ligt Gust nog steeds begraven onder een sobere steen in rij 7 van perk R op het Schoonselhof te Wilrijk. Zijn grafschrift is van eigen hand, geput uit de bundel Stem buiten beeld (1992), en heeft, hoe kan het ook anders, een ironische inslag.
HET STOF VAN EEUWEN
In het voorjaar van 2016 verscheen bij W∞lf (Gent) in de reeks Experimentele literatuur in Vlaanderen onder de titel Het stof van eeuwen het gebundelde vroege dichtwerk van Gust Gils (1953-1962), andermaal bezorgd door Els van Damme en Yves T’Sjoen.
KUBIEKE KABINETTEN
In 1992 nam Gust Gils deel aan het MUHKA-tentoonstellingsproject “Chelsy / De kubieke kabinetten”, met als curatoren Jean Dufaux en Eric Joris. Aan een zestigtal hedendaagse kunstenaars werd gevraagd zich te laten inspireren door het verhaal van de stripfiguur Chelsy. Zij kregen daartoe elk slechts een kijkdoosje van 6x6x6 = 216 kubieke centimeter toegemeten. De titel van Gils’ bijdrage: Those were the times.
LICHT
de sterkste lichtbron
trekt wel de meeste insekten aan
maar niet de verstandigste
(uit Sneldrogende poëzie, 1978)